Er bestaan meerdere oorzaken waardoor de kans op blaasontsteking toeneemt.

Bij kinderen kan de kans hoger worden door een afwijking van de urinewegen.

Mensen die hun blaas niet goed kunnen leegplassen, bijvoorbeeld sommige mannen met een vergrote prostaat of sommige vrouwen met een verzakking, hebben meer kans op een ontsteking. Bij hen blijft er telkens een beetje urine in de blaas achter, waarin bacteriën zich kunnen vermenigvuldigen.

Daarnaast geeft het hebben van gemeenschap een grotere kans op deze infecties. Men vermoedt dat bacteriën tijdens de geslachtsgemeenschap vanuit de vagina in het urinekanaal terechtkomen en naar de blaas worden geduwd.

Na de menopauze maken vrouwen nog heel weinig vrouwelijk hormoon (oestrogeen) aan. Dit leidt onder meer tot een verhoogde vatbaarheid van het vaginale slijmvlies voor bacteriële infecties en een verdunning van het slijmvlies in de urinebuis. Het gevolg is dat 20 tot 50% van alle oudere vrouwen wel eens met een blaasinfectie te kampen krijgt.

Zwangere vrouwen hebben vaker last van blaasinfecties- soms zelfs zonder noemenswaardige klachten- die bovendien gemakkelijker opstijgen.

Ook patiënten met blaas- of nierstenen, een verblijfskatheter, verlammingsverschijnselen van de blaas of een verminderde weerstand door bijvoorbeeld suikerziekte, bestraling of medicijnen die de weerstand verlagen hebben meer kans op een blaasonsteking.